Flitsen, sluitertijd en het omgevingslicht
- Rene Hindriks
- 11 mrt 2017
- 5 minuten om te lezen
Flitsen, de relatie met de sluitertijd en de invloed van het omgevingslicht: er zijn veel misverstanden over.
Zodra de camera ziet dat er een flitser gebruikt wordt, word je als gebruiker meestal beperkt in de sluitertijd. Het hangt van het type camera af, maar meestal is een sluitertijd korter dan 1/200e of 1/250e seconde niet meer in te stellen. Die tijd noemt men de 'flits synchronisatietijd' of 'X-sync tijd', en is terug te vinden in de specificaties van de camera. Hoe lang deze tijd is, is dus af-fabriek bepaald, en kan niet worden veranderd - het is een eigenschap van de camerabody.

Als er toch gefotografeerd wordt met een sluitertijd die korter is dan de flits synchronisatietijd, is dit het effect: een zwarte balk boven of onder in het beeld.
De synchronisatietijd heeft meer invloed op flitsfotografie buitenshuis, dan binnenshuis. Althans: de synchronisatietijd zal buitenshuis sneller als een beperking worden ervaren, dan binnenshuis.
Dit bericht is deel van de Facebook groep 'Studio fotografie hulp'.
Een beetje omgevingslicht - binnenhuis
Stel: je gaat binnenshuis aan de slag. Gewoon in een kamer in huis; niet perfect verduisterd. Er brandt bijvoorbeeld wat verlichting in de kamer, of er valt daglicht door de ramen naar binnen.
Het flitslicht is stukken feller dan het 'natuurlijke licht' om je heen. Dat betekent dat het licht uit de flitser de belichting van je onderwerp bepaalt.
Maar er doet zich een interessant fenomeen voor. De sluitertijd die je kiest, bepaalt de sfeer van de foto. Hoe de rest van de ruimte en het licht door de ramen wordt weergegeven. Hoe langer de sluitertijd is, des te meer tijd heeft de sensor van de camera om het natuurlijk licht uit de omgeving 'op te zuigen'. Dat betekent dat een foto die gemaakt is op 1/30e seconde meer omgevingslicht zal laten zien dan een foto die in exact dezelfde situatie met een sluitertijd van 1/200e seconde gemaakt is..
Deze fotoserie is gemaakt met een flitser die een vaste hoeveelheid licht geeft (geen TTL regeling) en een camera die op 'M' staat ingesteld. De hoeveelheid licht die op het onderwerp valt blijft dus gelijk. Er is scherp gesteld op het konijn. In het woonkamerraam is de flitser gereflecteerd te zien. De foto's uit deze serie zijn allen binnen 1 minuut na elkaar genomen. De kleurtemperatuur van de camera staat vast op '5400 kelvin' (geen auto white balance), en diafragma f/9 en ISO 100 staan ook vast ingesteld.
Het enige wat dus verschilt tussen deze foto's is de sluitertijd van de camera.

Foto 1: sluitertijd 1/200e seconde, f/9, ISO100.
Let op de gelige kleur van het licht van de lamp rechts en de kleur van de muur (vrij koud blauw-wit licht). Let ook op het daglicht wat door het raam naar binnen komt. Met 1/200e seconde lijkt het bijna nacht buiten.

Foto 2: 1/100e seconde, f/9, ISO100.

Foto 3: sluitertijd 1/25e seconde, f/9, ISO100.

Foto 4: sluitertijd 1/6e seconde, f/9, ISO100.

Foto 5: sluitertijd is 1 hele seconde, f/9, ISO100.
Vergelijk nu eens de belichting van het hoofdonderwerp (het pluche konijn) tussen de 5 foto's, maar ook de hoeveelheid buitenlicht die te zien is door het woonkamerraam. Let ook op de schaduw van het gordijn of de staande lamp op de muur; en of die schaduw lelijk is of niet.
De eerder genoemde flitssynchronisatietijd van de camera is binnenshuis in ieder geval nauwelijks een belemmering. Het is dus niet ongewoon om binnenshuis juist een langere sluitertijd dan die 1/200e seconde te gebruiken.
Veel omgevingslicht - buitenshuis
De lente komt eraan, en het wordt weer mooi weer. We maken een proefopstelling zoals op deze foto.

Dit is in begin maart: het zonlicht is dus nog niet heel intens. Het zonlicht komt van links; maar de manager van dit sterrenkonijn wil graag wat flitslicht op de rechterkant 'om zijn goede kant beter uit te laten komen' en de donkere kant wat op te lichten. De foto moet in een magazine gebruikt gaan worden, dus de wens is om de ISO van de camera ook hier weer op ISO100 vast te zetten, om op die manier zo min mogelijk ruis in de foto te hebben.
De flitser geeft ook hier een constante hoeveelheid licht (geen TTL regeling) en de camera staat op 'M' ingesteld met de ISO en de kleurtemperatuur vergrendeld.
Tussen de foto's wordt ditmaal dus gevarieerd met de sluitertijd en het diafragma. Als de de sluitertijd 'een aantal stappen omhoog' gaat, gaat het diafragma 'hetzelfde aantal stappen omlaag'. De hoeveelheid licht die op de sensor valt blijft 'onder de streep' dus gelijk.
Een lichtmeting laat zien dat deze foto bijvoorbeeld te maken is met 1/80e seconde en een diafragma van f/16.
Die waarde wordt grotendeels gedicteerd door het omgevingslicht: eerst zorgen dat de achtergrond (waaronder de wolkenlucht) en de omgeving er goed en natuurlijk uitziet - hetzij door dit met een lichtmeter te bepalen, of door een aantal testfoto's te maken.
Meestal betekent dat dat het hoofdonderwerp dan te donker is. Daarom is er stapsgewijs flitslicht toegevoegd om het onderwerp lichter te krijgen.

Foto 1: 1/80e seconde, f/16, ISO100
Maar bij controle op het grote scherm valt op dat de achtergrond storend is. De bomen lijken uit het hoofd van 'de ster' te groeien, en de bebouwing is ook niet echt mooi. Is het mogelijk om het diafragma van de lens verder open te zetten, zodat de achtergrond onscherper wordt (minder scherptediepte) ? Jazeker, er is nog wat ruimte in de sluitertijd.

Foto 2: 1/160e seconde, f/11, ISO100
Dat scheelt iets, maar de manager van de ster is nog niet tevreden. Kan de scherptediepte nog verder verminderd worden ?
Ja, dat kan. Maar nu lopen we tegen de beperkingen van standaard flitsfotografie op. Immers: door het diafragma te openen (lager f/getal) komt er meer licht op de sensor. Om dat te compenseren zou de sluitertijd korter moeten. Maar dat kan niet, doordat deze camerabody een flitssynchronisatietijd van 1/200e seconde heeft.
Een andere optie is de lichtgevoeligheid van de sensor te verlagen. Maar dat kan ook al niet: we zitten immers al op 100 ISO; het laagste wat op deze camera is in te stellen.
Kortom: we zitten gevangen binnen de drie zijdes van de belichtingsdriehoek.
Korter dan de flitssynchronisatietijd
Een aantal fabrikanten hebben een technische oplossing voor dit probleem bedacht. Hoe het heet (en hoe gebruiksvriendelijk het is) scheelt per merk, maar het komt er op neer dat het mogelijk wordt om een flitser te gebruiken bij kortere sluitertijden dan de standaard 1/200e seconde. In sommige gevallen kan de flitser met deze technieken nog gebruikt worden bij extreem korte sluitertijden als 1/8000e seconde.
Door 'korter dan de flitssynchronisatie tijd' te gaan, kan het diafragma hier verder open (lagere f/getallen).

Foto 3: 1/320e seconde high-sync, f/8, ISO100
Door het gebruik van de korte sluitertijd, kan de lens naar f/8. We zijn op de goede weg, en gaan verder.

Foto 4: 1/1250e seconde high-sync, f/4, ISO100
En als laatste variant:

Foto 5: 1/3200e seconde high-sync, f/2.8, ISO100
Doordat we telkens 'sluitertijd stapje korter, lens stapje verder open' doen blijft de hoeveelheid omgevingslicht dus gelijk op alle foto's. Maar het is duidelijk te zien dat het onderwerp in foto 5 veel meer 'los komt van de achtergrond' dan in foto 1. In alle gevallen ziet de lucht er achter er 'natuurlijk' uit: blauw met witte wolken, en niet het saaie grijze vlak wat je vaak ziet.
Comments